Ze moesten vechten om elkaar te vinden.
vechten om hem te breken,
ze schopten en ze sloegen
maar hij wilde niet breken,
niet wijken,
zodat zij elkaar zouden vinden.
Tussen hen stonden nog steeds
de vele woorden
die uitgroeiden in loze beloften.
Langzaam door het onvoorwaardelijk houden van
was het toch de muur die ging brokkelen,
niet de liefde voor elkaar.
Leegte, onmacht, radeloosheid, verdriet, vetrouwen en geborgenheid
zorgden voor het vallen van de muur,
want tijden verslijten, net als de muur......