Een donker geraamte loopt op me af,
blijft voor me staan,
en kijkt me doorgrondig aan.
Hij probeert wat te vertellen,
zijn mond gaat open, geen geluid,
wel tranen, de enige manier waarop hij zich uit.
Ik kijk hem aan,
rijk hem mijn hand,
er onstaat een glimlach,
zijn tranen zet hij aan de kant.