Aaltje Scholver
Voorbij de zandbank in de branding aan de kust
is zij druk doende met haar maaltje te vergaren
minuten onder water, dan heel even varen.
Zij scholvert voort, haar maag is steeds op buit belust.
Meestal garnaal maar af en toe heeft ze geluk
en weet een sprotje of een spiering op te halen,
dat vult wat beter dan die magere garnalen,
ook met een haring kan haar dag haast niet meer stuk.
Maar paling is toch wat haar ’t allermeest bekoort,
die lange dikke vette kronkelende lijven
daarvan kan zij er niet genoeg naar binnen krijgen,
ze blijft ze eten totdat zij er haast in smoort.
En na ’t genieten van zo’n overheerlijk maal
zucht Scholver: “ik heet niet voor niets van voren Aal”
Koos 12-2-2005