een engel in menselijke gedaante
Slapend op een bed van Cumuluswolken
een bladgouden halo van zonlicht
dwaalt over jouw rustende lichaam
tekenen van ernst, rust, pijn en geluk
schieten over jouw gezicht
De halflege fles houdt haar wake
wachtend op jouw wederkerende dorst
Nu plaatsmakend voor dromen
Jouw geest verbonden met de mijne
Lichamen op de automatische piloot
In ons onderbewustzijn
doorbreken wij elk taboe
Geschreven en ongeschreven wetten overtreden
dolend door de realiteit van extreme fantasie
Hier zweef ik naast jou
In stilte hopend dat ik nog vele dagen
dit intense genot mag beleven
Liefde heeft nog nooit zo luid gesproken
als hier en nu
In ons zondagochtendkasteel