…. Het meisje zonder naam …
Het was een persoon,
Een mens.
Niet zo gewoon,
Maar met dezelfde wens.
Om geliefd te zijn,
Het ‘houden van’ te ontmoeten.
Dat leek haar zo fijn,
Om iemand die je tegen komt te groeten.
Nooit heeft zij dit gekund,
Ze was alleen maar daar.
Waar haar geen vrijheid was gegund,
Ze zat daar maar.
Heel alleen en zonder naam,
Is zij daar geplaatst.
In een lange gang, zonder raam,
De klank van haar gehuil word weerkaatst.
Ze loopt door de lange gang,
Donker en kil.
Zij is niet bang,
Er is niemand die naar het eind van de gang wil.
Aan het eind van de tunnel zou het absolute einde zijn,
Ze neigde daar naar toe.
Het leek haar daar zo fijn,
Alleen ze moest sterk zijn, ook al was ze nog zo moe.
Uiteindelijk kon ze de verleiding niet weerstaan,
Kapot gegaan aan eenzaamheid.
Naar het eind van de tunnel gegaan,
Daar voor altijd leven in vrijheid.
Missen doet ze het leven buiten de tunnel niet,
Ze weet niet hoe het daar is.
Voor men die alles wel ziet,
Geef niet op, want je weet niet wat je mist!