Lopend over straat,
Denk ik aan jou.
Aan jou daar,
Daar in dat land.
Ik weet niet wie je bent,
Ik weet niet waar je woont.
Ik ken je niet,
Maar,
Je bestaat gewoon.
Ken je mij ook?
Ik wil je zien.
Hier voor me,
Vlak voor me neus.
Lopend over straat,
Kijk ik rond,
Op zoek naar jou.
Ik kan je toch niet vinden,
Je bent te ver weg,
Te ver voor mijn ogen.
Hopend,
Dromend,
Ben ik op zoek naar jou.
Naar jou,
Naar jou in dat land.
Ik kijk in de lucht,
Ik zie je gezicht lachen,
Lachen naar mij.
Naar iedereen,
Iedereen om me heen.
Lachend loop ik op straat,
Denkend aan jou.
Ik blijf hopen,
Dromen,
Maar ik zie je op een dag,
Een mooie dag,
Een dag van trouw.