Stolling
Stolling
Het is in mijn oor dat de kilte trilt
in een messcherpe letter
ik heb geen verweer tegen
de ontklede zin
die als een pijl binnendringt
in mijn hoofd danst de nacht
getooid met een sluier
de wolk voor de maan
schreeuwt de wolf in mij
in een huil omlaag
ik val in de grond
kruip dieper ongewijd
vandaag is er geen morgen
de tijd is verstild
ik stol in de ongeboren gedachte.
Het is in mijn oor dat de kilte trilt
in een messcherpe letter
ik heb geen verweer tegen
de ontklede zin
die als een pijl binnendringt
in mijn hoofd danst de nacht
getooid met een sluier
de wolk voor de maan
schreeuwt de wolf in mij
in een huil omlaag
ik val in de grond
kruip dieper ongewijd
vandaag is er geen morgen
de tijd is verstild
ik stol in de ongeboren gedachte.
Reacties op dit gedicht
Over dit gedicht
| Auteur: Rudi J.P. Lejaeghere | 
|
|
| Gecontroleerd door: christina | ||
| Gepubliceerd op: 24 februari 2005 | ||
| Thema's: | ||