Het Beestenkwartet 9-12 = naar de prenten van Peter Vos
De Luistervink
Zij zit gespannen op het vinkentouw
Te snoepen van ’t geluid aan alle kanten
Haar oren zijn gespitst, weten van wanten
En wat ze hoort dat neemt ze aardig nauw
Van elke kater kent ze het gemauw
Ook het geklaag van trieste querulanten
Zij zit gespannen op het vinkentouw
Te snoepen van ’t geluid aan alle kanten
De vink volgt alle nieuwtjes heel getrouw
Maar zonder beeldbuis, radio of kranten
Verscholen in de struiken en de planten
Beluistert zij ‘t gesprek van mij en jou
Heel stiekempjes, vanaf het vinkentouw
De Werkezel
De hele dag sjouwt hij maar door
Behept met arbeidslust
Geen ogenblik van rust
Hij raakt nooit uitgeblust
Geen tel ging ooit bij hem teloor
Maar gister, hoe gemeen
Toen brak die steen zijn been
Hij is nu even uitgeklust
De Snotaap
je hebt ze groot
maar klein ook wel
en één ding hebben ze gemeen:
die dikke vette snottebel
De Kloothommel
Hij werd geboren als een vreemd geval
Vanaf de eerste dag schopte hij rommel
Zodat zijn vader deze naam bedacht:
Van voren Kloot, van achter heet -ie Hommel
Op school was hij de allergrootste kwal
Sloeg altijd kleine jongens op hun drommel
Maar ja, wat had je met zo’n naam verwacht
Van voren Kloot, van achter heet -ie Hommel
Hij groeide op tot zak, die met die bal’
Nee niet mooi strak, meer kreukelig gefrommel
En wordt welhaast door iedereen veracht
Van voren Kloot, van achter heet -ie Hommel
Ik denk niet dat het ooit veranderen zal
Die naam past bij hem als bij slager slacht
Van voren Kloot, van achter heet -ie Hommel
Koos 26-2-2005