Ik wil naast je liggen,
tot diep in de nacht.
Ik wil je warmte voelen,
in mijn lichaam.
Ik wil je eindeloos vasthouden,
en je niet meer vasthouden.
Ik wil je zoenen,
om te proeven hoe je smaakt.
Ik wil over je dromen,
zonder dat iemand me wakker maakt.
Ik wil je strelen,
ik wil je voelen,
ik wil je in je slaap zien woelen.
Ik wil je in je ogen kijken.
Ik wil met je praten,
en met je lachen.
Ik wil je eindeloos vasthouden
en je nooit meer loslaten.
Ik wil je zeggen dat ik van je hou,
tot dat je het zeker weet.
Ik wil dicht bij je blijven,
zodat je me niet vergeet.
Ik wil je nemen,
ik wil je geven,
ik wil je bij me voor het leven.
Ik wil je hand vasthouden,
om steun te bieden.
Ik wil je zien huilen,
omdat je om me geeft.
Ik wil je eindeloos vasthouden
en je niet meer los laten.
Ik wil met je ruzie maken,
om even alles te laten gaan.
Ik wil mijn leven met je delen,
en er nooit meer alleen voor staan.
Ik wil je lippen op mijn mond.
Ik wil je handen door mijn haar,
ik wil uren naar je kijken ,
met een ondoorbroken staar.
Ik wil je woorden horen klinken,
om ze voor altijd op te slaan.
Ik wil je ,
ik wil je lichaam zien bewegen,
en er trots op zijn.
Ik wil je eindeloos vastnemen,
en je niet meer loslaten.
Ik wil je handen op mijn buik,
om mij de waarheid te laten voelen.
Ik wil je tegen mij aandrukken,
totdat het tijd is los te laten.
Ik wil je in mijn hoofd,
ik wil je in mijn hart,
want als het vuurtje niet meer dooft,
krijg jij mijn laatste kus.