Ik zit op m'n bed
met opgetrokken benen
M'n raam staat open
en de zon weerkaatst hardnekkig
in de glanzende, doffe ruiten
Z'n stralen schijnen
tot diep in m'n ogen
Tranen beginnen te lopen
over m'n apatische lichaam
geluiden schreeuwen daar buiten
Starend naar het witte vel papier
besmeurd met akelige woorden
Die blijven rondhollen in m'n hoofd
de illusie kaars die nooit dooft
Ik hoor ze dingen zeggen
verward, in angstige stukken gereten
Niet weer opnieuw, had ik mezelf belooft
maar...de stemmen, ze hebben me van m'n vrijheid berooft