(herschreven)
Sonnig, -20
De zon snijdt ijs op mijn gelaat
en laat mij bout verbijten
vermomd, vanachter mijn ooghoge shawl:
verdomd, wat is het koud!
Zacht wiegend weet het vergezicht
mijn brilbruin glas te raken
en mijmer ik, ik zou graag nu
mijn tong met glÜh vermaken
Maar eenmaal los van het perron
verlost haar fonkelpracht mijn leed
en weet weer waar het om begon
nog maagd'lijk wit gekleed
Ik vrij vol vrijheid, kam haar vacht
en kietel haar gewaad
haar glooingen zijn zijdezacht
kent zilver ook Karaat?
Auteur: Ertju | ||
Gecontroleerd door: fox_bert | ||
Gepubliceerd op: 02 maart 2005 | ||
Thema's: |