minzaam zijn met zout gekruid
gave aan mij niet gegeven
ik wil wel maar ik kan het niet
ik heb maar weinig vrienden.
aan achterklap doe ik niet mee
mijn ogen te vol met
de balken in mijn bestaan
om splinters te discussiëren
al ben ik wel altijd bereid
om splinters weg te halen
en daarbij is voorzichtigheid
ten allen tijd geboden
mijn levenslange vrienden
ik tel ze op één hand
weten dat splinters pijnlijk zijn
maar mij kunnen vertrouwen
om zonder veel gedoe
het ding eruit te halen
ik strooi geen zout in wonden
ik zou graag minzaam zijn
iets doof, half blind
en met een grote mond
hoor, zie en zwijg mijn motto
ben ik bewaarder van geheimen
Mijn eigen nog het meest