Waarheid op verlaten muren
Mijn voeten struikelen.
Waarheid op verlaten muren
Een gele overkant.
Scheuren in mijn hand.
Ruzie, schreeuwen,
krijsen aandacht van wat leeft
in de wereld van mijn scherven.
De bal schopt poten onderuit,
jaagt onrust op, verruilt het doel
met middelen. Jij wat, ik veel,
teveel, geschreeuw, die stemmen
in mijn kop, ik ga kapot,
geen adem door mijn strot.
Wie was ik ook al weer?
Ze komen, wit gespoten rust.
Ik was al uitgegutst, de drukproef
blauw. Kom, neem me nou, neem mee,
ik ga weer, nee, jou had ik toch,
jij zat mij achterna tot hier, nooit meer.
Rust daalt met de hemel neer, ik ga, ik moet,
ja vlug, zeg mij, zeg vlug… Wie was ik ook al weer?
wil melker
03/08/2001