Ik hoor
jouw stem,
verdringt de stilte,
ijl verlangen,
leidt tot niets.
Ik zie
jouw lach,
een ster vol vragen,
eenzaam licht,
mijn ziel niet vindt.
...
Ik lach,
en droom de warmte,
mijn gelaat,
blijft koud als steen.
Ik spreek,
en denk de woorden,
maar mijn stem,
heeft nooit geleefd.
Dus blijf ik stil,
sluit in gedachten,
mijn ogen naast de jouwe.