Zij zijn altijd de dupe
die tussen het gevecht in staan
nergens, maar dan ook nergens
kunnen ze heen gaan
Ze kunnen niet vluchten
proberen het gevecht te staken
met smeekbedes, met alles
maar het zal de vechters niet raken
Want het gevecht is onvermijdelijk
er is niemand die om hen treurt
ze kunnen zich alleen verschuilen
en doen alsof het niet gebeurt
En als het gevecht dan ten eind is
en het gekletter wordt zachter
blijven zij helemaal alleen
en het zwaarst gehavend achter