het kaarsje gaat langzaam uit
dieven,granaten,
Tanks en piraten,
Schapen die blaten,
Dat wij moeten praten,
Over grenzen en staten,
Die wij niet verlaten,
Omdat wij elkaar haten,
En niet in waarde laten,
Wat wij moeten doen,
Is om elkaar geven,
Vreugde beleven,
En niet om het even,
proberen te streven,
Naar een perfect leven,
Door aan elkaar te kleven,
Totdat wij het begeven
want zo blijft het doorgaan,
Totdat wij daar alleen staan,
Omdat wij nergens heen gaan,
Want wij hebben een loopbaan,
Klamp je vast aan de trein naar je dromen,
Omdat wij daar nooit komen,
Zolang geld maar blijft stromen,
Zullen wij Dolen
In gaten en holen,
Maar kijk toch vooruit,
Het kost je geen duit,
We zitten op zijn huid
De grote ronde kluit,
Van noord,tot aan zuid
Maar we spreken niet luid
Want het kaarsje dat gaat langzaam uit