Een donkere nacht aan het strand,
Nergens is een lichtje te zien.
De wind waait door mijn haar,
Ik vraag me af waar ik dit aan heb verdiend.
Ik steek een sigaret op en kijk om me heen,
Maar het enige dat ik zie is het vallen van een ster.
Ik wil een wens doen, maar ik heb geen idee wat ik wensen moet,
Ik zou wel weg willen vliegen heel erg ver.
Ver van deze wereld die mij niets goeds gaf,
Een wereld vol teleurstellingen en pijn.
Ik zou wensen dat ik nooit geboren was,
Of misschien dat ik iemand anders zou zijn.
Iemand die alleen maar geluk kent in zijn leven,
Iemand nooit eenzaamheid heeft gevoeld.
Of wens ik dat ik alles anders had mogen doen,
Alles anders zeggen wat ik niet zo had bedoeld.
Nee, niets van dat alles zou ik wensen,
Gedane zaken nemen geen keer.
Ik kan alleen maar wensen en hopen,
Dat ik van al die stomme fouten heb geleerd.