Nog geen jaar geleden, op het balkon
Stond ik te schreeuwen, zo hard als ik kon
Ik werd binnen gelaten en moest in mijn mand
En kon niet begrijpen…. Z’n harde hand
Nog geen jaar geleden hield ik van mijn Baas
Maar voor wat m'n vriend deed, was ik voor weggehaast
Onder de tafel in de kamer stil als een muis
Verlang ik naar een ander huis
Het wordt donker, de wind is gekomen
En de regen, buiten, beleef ik vertraagt
Wat nog geen jaar geleden is begonnen
Ik weet het zeker. Het eindigd vandaag
Daar is m’n riem. Een stuk touw om m’n nek
De deur gaat open en uit de flat
In de auto en langs de grote wegen
In de regen lijkt de wereld soms echt
Hij parkeert z’n auto in het maanlicht
Het is koud en achter mij slaat de deur dicht
Daar zijn wat bomen. Hij neemt het touw in zijn hand
Ach laat maar komen. Ik heb genoeg van mijn mand
Ik hoor mij naam en volg hem naar wat struiken
Laat mij wat ruiken en dan.. zegt hij gedag
Onder de hele… de hemel hoge bomen stil als een muis
Verlang ik toch weer naar huis
Ik volg zijn voetstap die langzaam aan verdwijnen
En in de verte kijkt hij nog een keertje om.
Hij heeft wat brood voor mij achter gelaten
Kon ik het maar begrijpen dan wist ik waarom