ik zat weer opgesloten helemaal alleen,
ik was bang, het licht was uit.
jullie negeerde mijn geween,
waarom lieten jullie me er niet uit?
ik zat luid te kloppen op de muur,
men kleine handjes zochten een lichtknop.
net een eeuwigheid ook al was het "maar" een uur.
de enigste troost die ik had was men pop.
De deur ging na een tijd telkens weer open,
je stond te roepen dat ik niet meer stout mocht zijn.
het enigste wat ik deed was snel weglopen.
anders deed je me misschien nog meer pijn.