Met een gelukzalig kopje ligt
mijn kat te dommelen in het gras.
Haar staart wiegt op 't ritme van de wind
Droomt ze soms dat ze een vlinder was?
Een vliegtuig dendert de stilte stuk,
ze lijkt het niet te horen.
Een bij zoemt plagerig om haar heen,
niets kan haar rust verstoren.
Ze droomt vast dat ze een vlinder was
fladderend in het ruime blauw.
Zwevend op een kalme bries,
zonder grens aan waar zij komen zou...
Plots spitst ze allebei de oren
en strekt haar pootjes in de lucht.
In haar klauwen sterft een vlinder,
zojuist gevangen in zijn vlucht.