Machteloos
Machteloos zie ik toe,
dat ik voor jou niet bestaan heb.
Machteloos onderga ik,
de pijn van die conclusie.
Machteloos en slapeloos,
spreek ik jouw gedichten hardop.
Machteloos en moedeloos,
er is geen greintje hoop.
Machteloos leef ik,
elke dag als een straf.
Machteloos smeek ik,
of ik een keer praten mag.
Auteur: Boeffie | ||
Gecontroleerd door: Pieps | ||
Gepubliceerd op: 30 maart 2005 | ||
Thema's: |