Samen..En toch alleen
Onlogisch bijna,
onwerkelijk.
Jij en Zij,
Jij en Hij,
Jullie twee.
Het voelt wat vaag,
alsof je,
twee vrienden tegelijk verliest.
Verdrietig en toch,
blij.
Omdat jullie samen kunnen zijn.
Maar toch,
onwerkelijk bijna,
onecht.
Het kan gewoon niet,
zonder jullie,
ik ben alleen,
eenzaam.
Maar dan met jullie..