Zijn naam
Op haar lichaam
Glad gestreken door genegenheid
Gedrukt met bloed als inkt
Bracht haar in verlegenheid
Is aan vernedering gelinkt
Zijn naam
Gekenmerkt als dauw op het raam
Eender opgekropt verdriet
Tranen is het water dat niet zal wegwassen
En wist het litteken op het lichaam niet
Ze zal het moeten dragen zoals vele lasten
Zijn naam
Ze moet verder gaan
Haar reis is oneindig,
Ver uit het zicht
Nergens is ze veilig
Niets is er dat haar last verlicht
Zijn naam
Ze leeft met verdriet,
Ze kan het niet meet aan
Op heldere toon klinkt haar gebroken lied
Het moet afwerken wat niet kan worden weergeven met een traan
Zijn naam
Hij is gekomen maar wil niet meer gaan
Voorgespeelde notenklank klinkend als stilte
Vernietigen zijn invloed, zijn aardse kilte
Ze zal ze genieten, de geestelijke klanken
Bezield door haar gevoel
Willen de bast des doods danken
Vertolken gekrenkte warmte andersom haar handen zo koel
Zijn naam
Is niet langer iets waard
Verkwistte haar laatste traan
Ze speelt nu open kaart
Gevleid door de handen der vereeuwiging
Afscheid genomen van kilte,
Waarvan ze houdt
Vol vuur toen ze ten onder ging
Al was haar lichaam schandelijk koud…