Ze voelde zich verdrietig,
Ze voelde zich leeg,
Ze wilde graag weg,
Hoewel ze er over zweeg.
Haar wereld werd zwart,
Haar ogen staarden koud,
Hoewel ze alles deed om te verdwijnen,
Deed ze eigenlijk niets fout.
Ze was jaloers 0p de stoom,
En hoe snel die verdween,
Jaloers op de wereld,
Het geluk om haar heen.
Ze viel in een gat,
Een kuil van verdriet,
Waar niemand haar hoorde,
Terwijl er 1 haar verliet.
Ze moest het ergste weer herleven,
Al het verdriet kwam nog een keer,
En op een dag,
Was ze er niet meer...