De mijmering van een dromer
Ook deze dag is weer voorbij
en rijgt zich aan de lange rij
van dagen die zijn voorbij gegaan
een nieuwe dag komt er weer aan.
`k Leg nu mijn moede hoofd maar neer
wat morgen komt zie `k dan wel weer
nu ben ik door slaap reeds overmand
en neemt Klaas Vaak mij bij de hand.
Zoals bij al die vorige nachten
die mij in `t dromeland brachten
ja ik weet `t dromen zijn bedrog
maar toch.
Zou ik ze niet willen ontberen
ik leef dan in hoger sferen
en zit dan als ridder op mijn witte paard
door lieftallige dames na gestaard.
Allen willen graag met mij mee
maar op mijn paard is slechts plaats voor twee
daarom ga ik in galop
tot dat ik bij jou stop.
Yara ik hijs jou dan in het zadel
want meisje al ben je dan niet van adel
ik hoop dan toch dat jij aanvaardt
dat ik je meeneem op mijn witte paard.
Wij galopperen dan naar mijn paleis
als ware het een huwelijksreis
hopend dat ik jou niet kwijt zal raken
zelfs morgen niet bij het ontwaken.
DdJ.
In deze Candlelight gedichtenserie
berust elke overeenkomst met de naam
in het gedicht op een zekere toevalligheid.