MET DE RUG…ZONDER MUUR
Mijn hoofd is vol.
Ik zie geen gat meer in dit leven.
Het wordt me veel te veel.
Moe, te veel, te moe.
De troep gaat mij voorbij.
Ben nooit meer blij.
Geluk heeft mij verlaten.
Niemand heeft iets in de gaten.
Mijn hart is leeg gelopen, leeg.
Mijn hoofd is vol.
Op school ben ik gewoon.
Nee, niemand vindt mij iets bijzonders.
Een beetje stilletjes, een beetje raar.
Vriendinnen, ja, normaal, een paar.
Maar wat stelt dat dan voor?
Je praat met ze, maar zeggen,
"echt" iets zeggen, doe je nooit.
Mijn hart is koud, steenkoud.
Mijn hoofd is vol.
Iets zeggen, deed ik tegen hem.
Hij voelde, zag, hetzelfde.
Trachtte mij, zijn uitweg te vertellen.
Probeerde toen zijn einde te versnellen.
Ik zag zijn ziel op tijd.
Later zag, en hoorde ik zijn spijt.
Mijn hart, voor hem, deed het verkeerd.
Mijn hoofd is vol.
Ik kan er niet meer tegen.
Het schuldgevoel spookt
altijd door mijn lijf.
Ontsnappen kan het niet.
Ben ik te klein om zo te leven?
Moet ik nog groeien, soms, misschien?
Mijn hoofd, niks kan erbij.
Mijn hersens zijn al uitgeloot.
Kom helpen,
help me groeien.
Snel… zo'n pijn.
Mijn hart is bijna dood.