Vrijdagavond, een uur of elf
Ik denk wanhopig bij mezelf:
Het interesseert me geen fluit
Maar ik moet er echt nog even uit
Even naar m'n stamcafé
Anderhalf uur, hooguit twee
Drinken, praten tot een uur of één
En dan ga ik maar weer 's alleen
Op m'n eigen huisje aan
Om morgen verder te gaan
Met m'n leven, m'n bestaan
En met langzaam dood te gaan ...
Maar ...
Daar zat jij, ik dacht wouw
Wat een mooie jonge vrouw
De kruk naast je was niet bezet
En daarom riskeerde ik het
Ik dacht echt niet meer aan de tijd
En zei: wat ben jij een mooie meid
De uren vlogen toen voorbij
Nou ja, morgen was ik toch vrij
Afscheid nemen doet meestal pijn
Maar deze keer was het juist fijn
Want jij zei: wanneer zie ik je weer
Of was dit de eerste en laatste keer
En ...
Daar was jij, de daaropvolgende dag
En ik zei dat je nooit meer weggaan mag ...