Een soldaat sliep op zijn overjas.
Hij droomde dat het vrede was
omdat er in zijn droom een klok ging luiden.
Er viel een vogel die geen vogel was
niet ver van hem tussen de warme kruiden.
Hij werd niet meer wakker wat het gras
werd rood, iedereen weet wat dat wil beduiden.
Het regende en woei. Toen herbegon
achter de verre horizon
het bulderen van de kanonnen.
Maar uit zijn jas, terwijl hij liggen bleef,
viel een brief, met een zin, die hij schreef:
Liefste, de oorlog is nog niet begonnnen...
- 16 -