Jij
Ik dacht dat ik je kon vertrouwen,
tenminste, dat hoopte ik.
Ik dacht dat ik je alles kon vertellen,
tenminste, dat hoopte ik.
Ik dacht dat jij mij vertrouwde,
tenminste, dat hoopte ik.
Ik dacht dat jij mij alles kon vertellen,
tenminste, dat hoopte ik.
Maar nu, denk jij dat ik ben,
wat ik niet ben en niet wil zijn.
Maar nu, denk jij dat ik heb gedaan,
wat ik niet heb gedaan, en niet wil doen.
Waarom zou ik dat willen,
waarom zou ik dat doen?
Ik weet het niet, ik weet alleen,
wat ik heb gelezen en gezien.
Ik dacht dat je me kende,
maar dat is dus niet zo.
Want als je me kende,
zou je dit niet denken.