Soms waren er dagen dat ik
niemand
om me heen kon verdragen,
enkel jij.
Jij wist hoe je met me moest omgaan:
zwijgend kwam je naast me zitten
en onze gedachten versmolten met elkaar.
Je nam mijn hand in de jouwe
zo, zonder meer,
en toch zo betekenisvol.
Meer had ik niet nodig;
geen verwijtende preek
of boze woorden.
Nee, enkel jij begreep me.
Ik weet nog altijd niet hoe je het deed,
maar ik bewonder je voor je inzicht,
voor je geduld en liefde,
voor je zwijgen en je inzet.
Ik had je zo erg nodig
en je was er altijd voor me.
Nooit kwam je met excuses aandragen,
jij zei nooit dat je 'geen tijd' had,
integendeel, je zei:'Ik heb tijd.
Doe maar rustig aan.'
Dat heb ik nog bij niemand anders aangetroffen.
Bedankt voor alles,
ik denk dat ik je dat wel al genoeg getoond heb,
maar ik wou het toch nog eens, zwart op wit,
op papier zetten.
Zo, hier staat het dan:
Bedankt!