Eenzaam gaat hij door de nacht
op weg naar daar, waar niemand wacht.
Hij strompelt door de koude heen
geleidelijk wordt zijn hart een steen.
Door diepe dalen dwaalt hij af
van dat ene, rechte pad.
Hij huivert, van zichzelf het meest
Omdat hij zielig is geweest.
Gevoelens scheuren hem in twee
Verdelen hem, als schizofreen.
Dus luister naar zijn bange hart,
Voordat hij liefde en haat verwart.
Te laat....
Een schreeuw klinkt als hij rusten gaat.
Hij liet de wereld maar alleen
Want zoals hij, was er geeneen.