DE WIND
De wind
glijdt langs mij heen,
neemt dingen mee.
Bewaart ze in haar vlagen
en strooit ze uit
in lagen.
Herinneringen
zijn het zwaarst,
dicht bij de grond.
Daarboven komt
de glimlach,
dansend in het rond.
De knipogen zijn
dwarrels,
dollend in de lucht.
De zuchten
gaan wat vaker,
onder zwaartekracht gebukt.
Wind in je gezicht,
met glimlachjes
en zuchten.
Knippers spatten rond,
herinneringen rusten.
Zo voelt een kind
de wind.