De avond viel, ik reed met men fiets
Ik was aan het dromen, over liefde of zoiets
Plots zag ik in de verte, iets prachtig staan
Ik zag het niet goed, en ben er toen heen gegaan
Ik keek in het rond, ze was er niet meer
Dag mooi meisje, tot nog een keer
De volgende dag, ik ontwaakte net
Daar stond ze weer, recht voor mijn bed
Ze lachte naar mij, en zei heel zacht
Kom je met me mee, kheb op jou gewacht
Ik sprong uit men bed, en greep naar haar
Ze was weer weg, ik vond het wel raar
Die zelfde avond, zat ik in een wei
Toen plots een stem, iets zacht tegen me zei
Kom met me mee, ik zie je graag
Ik stond recht, en vroeg zeer traag
Zeg me jouw naam, parel die ik zie
neem mijn hand, en fluister Emma