Gespleten gezichten tegen de muur,
gebroken liefde aan elke kant,
halve uren in het vuur,
geen genade van de brand.
Verbrokkelde stenen op de grond,
het verlangen is hartgegrond.
Tranen op het verkoolde hout,
pijnkreten, de lucht uit elkaar gereten.
In mijn hand het metaal, koud,
staand in de smeltende sneeuw, zwartvergeten,
Plots vlees en metaal versmolten...