het gras kietelt aan haar voeten
ze heeft een boek op haar schoot
ze is helemaal verdiept in het boek
tot ze plotseling verschoot
geritzel had haar aandacht getrokken
met haar gezichtje vol sproeten keek ze rond
hij zag haar nieuwsgierig kijken
ging dichterbij en liet zich vallen op zen kont
en plukte een margeriet.
hij gaf het -onzeker- aan haar
ze keek hem vertederd aan
ze vond hem zo kwaad nog niet