PINKELTJE
Je was wild en onbehouwen
en absoluut niet te vertrouwen.
Knuffelen wilde je niet,
je was een man en geen griet.
Ja, je liet meteen al merken,
we moesten aan vertrouwen werken.
Dat duurde nog een hele tijd,
was al bijna mijn vertrouwen kwijt.
Maar de aanhouder ging winnen
en opeens begon je te spinnen.
Dat kon alleen maar op de grond,
als je op al je vier de poten stond.
Op de arm wilde je niet zijn
en ook melktandjes doen al pijn,
omdat het net kleine naalden zijn.
Waarom hij zo deed,
heb ik echt nooit begrepen,
misschien heeft ooit iemand,
hem in het donker geknepen.
Maar dat lijkt mij een beetje stug,
want hij was watervlug.
Ik was meteen overstag ,
dat ik hem de eerste keer zag.
Hij had een blik in zijn ogen,
van mensen heb ik nooit gemogen.
Dus blijf met je poten van mij af
en anders krab ik je voor straf.
En zo gezegd zo gedaan
de eerste krabben kwamen er aan.
Maar ik liet mij daardoor niet remmen,
ik zou die kleine doerak temmen.
Hij heeft mij vele krassen gegeven,
maar we werden vrienden voor ’t leven.
Hij werd groot onnoemelijk groot,
de dierenartsen waren als de dood.
Een boef is hij altijd gebleven,
al versliep hij tweederde van zijn leven.
Bijna 16 jaar is hij geworden,
omdat hij plots kanker kreeg.
Ik kon het eigenlijk niet vatten,
dat dit ook voor komt bij katten.
Hij stopte meteen met eten,
hij wou niet meer, moet je weten.
Ik heb hem in laten slapen,
en daarna laten cremeren en
dat afscheid deed vreselijk pijn.
Sommige mensen kunnen niet begrijpen,
dat een dier je beste vriend kan zijn.
Onbaatzuchtige liefde tussen mens en dier,
daarom staat er PINKELTJE hier.
Als een soort van eerbewijs en
voor mij was hij de eerste prijs.