Alleen gelaten,
Ik waakte over haar lichaam
als een vlam over zijn kaars
ik balsemde haar huid
zo zacht als wolk
sprenkelde haar lippen
als lichte regenval
in de grotten
van mijn eenzaamheid
bood ik weerstand
aan de dood
Ik kamde haar haren
tot zij krulden
als varkensstaart
ik wikkelde haar lijf
in linnen en linten
dompelde haar voeten
in oliebaden en rozenwater
gewend aan dag noch nacht
sprak ik tot haar
tot avondlaat
Tot ik eindelijk
met de klauwen van waanzin
mijn gezicht geselde
en mij van huid
en klank ontnam
ik met rode tranen
zwijgend toekeek
hoe zij verging in aarde
en nimmer meer
tot leven kwam
F.