En toen keek ze
De wind net boven haar
Een natte, koude grond
zwevend onder haar blik
Recht voor het kleine meisje
de berg
met toppen zo hoog als de boom die ten strijde trok, maar verloor
Met brandende rotsen en sneeuw zo koud als het meisje zelf
Zo stond ze daar
Haar kleedje zo dun
onmogelijk om de liefde te voelen die haar gegeven werd
En als een zwarte merrie
loopt ze het bos in
Weg van de berg
weg van de wind
recht naar haar doel.