Rozen zijn rood, zo rood als bloed,
Het is leuk om ze te krijgen, als het moet.
Je kan ze verzorgen of maar laten gaan,
Net als mensen die dicht bij je staan.
Mensen zijn grijs, zo grijs als de lucht,
Daarom slaan vele mensen op de vlucht.
Het is niet leuk om een mens te zijn,
Je doet vaak andere heel erg pijn.
Was ik maar een lamp,
Dan had ik tenminste nog wat te betekenen.
Dan kon ik warmte geven,
zoveel als een deken.
En licht geven in heel zacht geel,
Dat is wat ik heel graag wil.
Was ik maar een roos,
Een mooie rooie.
Dan kon iedereen me zien,
En ik hun ook, miscchien.