Je gaat elke dag,
naar school met een lach.
Je maakt er plezier,
en vind er verter.
Een nieuwe jongen in de klas,
hij zit hier nog maar pas.
Hij loopt maar te vloeken,
en kleineerd je langs alle hoeken.
Je plezier word omgezet in onzekerheid,
je bent tot veel bereid.
Je maakt je kwaad als hij je weer pest,
maar de klas komt niet voor jou op hij is de best.
Waarom is de wereld zo oneerlijk denk je dan,
de klas staat niet achter jou waardoor jij het niet aankan.
Hield het maar eens op,
want jij krijgt elke keer op je kop.
Hij heeft heel je zelfvertrouwen vernield,
en aan het eind van het jaar zit je in een hoekje geknield.
Niemand mag jou en gaat met je om,
want ze vinden je allemaal maar stom.
Alles wat je had is weg,
en je denkt moet dat nou zeg.
Als je gepest word moet je weten,
Of je nou dik bent of debielig,
als je maar blijft eten.
en de pesters die zijn zielig.