Overmand door immens verdriet
Kijk ik naar de maagdelijk witte sneeuw
Gedachteflarden schieten door mijn hoofd
Veranderend in zilte tranen over mijn wangen
Die bij deze ijzige winterwind
Bevriezen en mijn huid doen barsten
Met mijn zwart gelakte nagels
Veeg ik het haar uit mijn gezicht
Terwijl mijn geest zich buigt
Over het onoplosbare probleem
Tot mijn hoofd lijkt te barsten
En ik neerval op de bevroren grond
Het is te veel voor nu
Misschien ook te veel voor later
In de verte hoor ik een merel fluiten
Hij zingt eenzaam zijn levenslied
Om daarna op te vliegen
Zijn vrijheid tegemoet