Ze keek omhoog, naar de lucht zo blauw.
Ze dacht terug aan haar verleden, zo enzaam en grauw.
Ze wilde nooit meer terug naar die wereld vol pijn,,
Een wereld waar zij zo gelukkig had moete zijn..
Maar die hoop was al lang bedorfe,,
Toen na haar 11e haar moeder was gestorve,,
De pijn werd te veel en ze hield het niet meer,
Tijd voor haar einde okal deed hethaar zo`n zeer,,
Ze had ooit gezwore dat ze zou gaan vliegen,,
Was niet de type die iemand zou gedriegen,,
Dus ze beklom de berg met alle moed,,
De frisse wind in haar gezicht deed haar goed,,
0p de top van de berg keek ze om haar heen,,
Haar maag begon te draaien en ze viel naar benee,,
Maar tijdens haar val bedacht ze zich weer,,
Het was al te laat, terug gaan kon niet meer,,
Ze raakte de grond en viel terpletter neer,,
Daar lag haar lichaam met een glimlach op het gezicht,
Wat zij heeft gevlogen,,
gevlogen naar het licht.