Ik zag je laatst, jij mij ook.
Jij wist wie ik was, maar ik wist niet wie jij was.
Ik kende de mensen waar je bij was, ach, had ik maar iets gezegd.
Maar nee kieken dat ik ben!
Jij zat voor de toog en ik was glazen aan het spoelen, enkel om de hele tijd naar jou te kunnen kijken.
Wanneer je vertrok, vreesde ik dat ik je nooit meer zou zien maar nuu weet ik dat je dichter bij mij bent dan ik eigenlijk besefte.
Kon ik je maar zeggen hoe smoorverliefd ik op je ben.