ik sterf in ons,
niet van honger ,
niet aan een slepend lange ziekte
maar aan jouw leprateuze liefde.
wij in mij gaat dood,
t'is een afgestorven lichaamsdeel
rottend in zijn eigen sap
bedorven door harde larven.
Als triomfante winnaar
bouw je , met mijn skelet,
een felle witte overwinningsboog
nummer zoveel in je leven.