.
Daar sta ik dan in de morgen aan het strand,
teder omhelst door een zachte wind.
Denkend aan je bergkristallen blauwe ogen.
voelend dat je liefde binnen in mij dringt.
.
Trots omdat ik je hand heb vast mogen houden,
blij omdat ik je ken.
Nooit echt nooit meer zal ik je vergeten,
wat ook een ander er van vindt.
.
En als ik dan weer verder ga langs dat mooie strand,
denk ik aan je ogen en je lief gezicht.
Dan word ik warm van binnen en voel me heerlijk licht,
stilletjes dan droom ik dat je eens hier naast me ligt.
.