Ik hoor en zie de bomen ruisen
Groene blaadjes schommelen heen en weer
Oude takken schermen en kruisen
Zich moedig verzettend keer op keer
De natuur is aan het opkuisen
Die zich niet meer kan plooien heeft zeer
Om krakend, ploffend neer te druisen
Treurend terugblikkend op weleer
Stil ten prooi aan vliegen en muizen
Of wegdrijvend al over het meer
Waar ook de stille waters bruisen
Eindigt het daar dan zonder verweer
Alsof we voor het laatst verhuizen
Naar een toekomst van angst en afkeer
Waar ze ons iets tot niets vergruizen
Tenzij men zich verlicht in de heer