meneer Koedood,
u bent zo lief en zo mooi
uw stem schittert als een ster
aan een heldere hemel
achter u in de bus
adem ik in, en ruik u
u ruikt lekker, als een bloempje
met haar zoete honing
en als u dan
dat rode t-shirt aanhebt
dan smelt ik
als een ijsje in de warme zomer
ik kan maar niet stoppen
met denken aan u
dromen over later
hoe gelukkig wij samen zullen zijn
ik weet nog goed, meneer
dat wij samen gingen zwemmen
het was heel leuk
en u was lief
en als ik uw lippen zie bewegen
u de klanken hoor spreken
waar ik zo van geniet
dan komt naar boven, mijn intens verdriet
want u moet weten
misschien blijf ik wel zitten
en dan duurt het nog langer
voordat wij verkering kunnen
dat is wel jammer
maar tot grote vreugd
heb ik dan nog wel gym
en dan kan ik naar u kijken
wanneer ik wil
en ik had nog verder willen dichten
over uw prachtige glimlach
uw mooie nagelriemen
en uw veelzeggende ogen
die diepe liefde uitstralen
maar het is al laat
mama roept, ik moet naar bed
zie ik u vanavond, in dromenland?