Was jij dat Papa,
die ik even kon zien ?
Was jij dat
die mij wou helpen misschien?
Altijd heb jij voor mij klaargestaan.
Je bent nu al zes jaar bij mij vandaan,
maar af en toe ben je heel dichtbij,
voel ik dat je er bent voor mij.
In tijden dat het slechter gaat
ervaar ik dat jij soms naast mij staat.
Ook al ben jij in een andere demensie misschien,
ik weer dat jij het bent
die ik af en toe kan zien.
Het maakt mij gelukkig,
het is een hele troost voor mij,
omdat jij er ondanks je heengaan
altijd nog bent voor mij.