Ik denk aan opa en ik denk aan gember
En zijn lekkere oliebollen in december
Ik denk aan de klompjes bij de openhaard
Die we nog steeds hebben bewaard
Ik denk aan opa en ik denk aan penselen
En aan zijn schilderijen, oh zo velen
Ik denk aan verse vis tot het laatste moment
daar kwam hij haast op af gerend
Ik denk aan opa en ik denk aan zijn tuin
Pas op voor de sneeuwvlokjes, trap ze niet aan puin
Ik denk aan de hommels aaien, die op de bloemen zaten
Opa ging zelfs tegen ze praten
Ik denk aan opa en ik denk aan zijn viool
Ik mocht erop spelen, ook al werd iedereen horendol
Ik denk aan de boterham met aardbeien, die ik niet wou delen
En de mondharmonica waar hij zo goed op kon spelen
Ik denk aan opa en ik denk aan het knikkerspel
1 moest er overblijven, mij lukte het nooit, maar hem wel
Ik denk aan rummikub, dat speelde we altijd
Niet om te winnen, maar gewoon voor de gezelligheid
Ik denk aan opa en ik denk aan oma,
beiden zijn ze nu niet meer hier
Ik hoop dat ze mij kunnen zien,
al is het maar door een kier
Ik denk en vraag me af waar zullen ze nu zijn
Waar dan ook, ze hebben het samen vast heel fijn
Ik hoop dat ze daar dan ook zullen weten
Dat ik hen nooit meer zal vergeten