Stent
Rechtsonder naast je zak maken ze een gaatje.
Daarin gaat een draadje dat zijn weg naar boven port,
dus richting hart. Je voelt geen smart onder ‘t groene laken
en op een zwart-wit monitor zijn ze aan ‘t bewaken
of de juiste weg bewandeld wordt.
Zelf kijk je mee naar het inwendig plaatje.
Het moet niet, maar de weg is kort
van je ogen naar het scherm. Je houdt je ferm
en wil niet laten blijken dat je van zorg,
nee ’t is van angst, je zelf ligt te bezeiken.
De klok vertikt de tijd, de dokter maakt een praatje.
“Op rechts zit narigheid, je hart hangt aan een zijden draadje
maar maak je niet nerveus, ik ken dit klusje, heus,
een fluitje van een cent, het plaatsen van een stent.
Als straks mijn kunst ten einde is, ben je gezonder dan een vis.”
Zo is het ook gegaan,
ik bruis volop van leven,
maar in mijn achterhoofd
is piekering gebleven